De Bidtocht

In het centrum van ’s Hertogenbosch wordt (ijs en weder dienende) op de tweede zondag in mei (Moederdag) de jaarlijkse Mariaomgang gehouden. Dit geschiedt meteen aansluitend na de laatste viering op zondagochtend/middag van 12.00 uur.

De eeuwenoude bidtocht vertrekt bij goed weer om en nabij 13.00 uur vanuit de Sint Jan en zal na ongeveer 1 uur terugkeren. Na terugkeer in de kathedraal is er een korte gebedsdienst ter afsluiting.

In de bidtocht wordt het beeld van de Zoete Moeder meegedragen door leden van de Broederschap van Onze Lieve Vrouw. Het Mariabeeld wordt geflankeerd door vier flambouwen met bloemen, die gedragen worden door studenten van het Sint-Janscentrum, het seminarie van het bisdom ‘s-Hertogenbosch.

Naast de bisschop van Den Bosch lopen tijdens de bidtocht priesters, diakens, kanunniken en acolieten mee. Het Bossche gilde De Oude Schuts en de Stadspijpers zorgen, naar oud gebruik, voor ruim baan voor de stoet. Recent is daarbij ook de oude traditie van het musicerend meelopen door de Koninklijke Harmonie ‘s-Hertogenbosch ook weer (her)opgepakt.

Ook broederschappen van elders, die veelal ook de Mariaverering ondersteunen in de kerken waaraan zij verbonden zijn, worden hiervoor jaarlijks uitgenodigd. Dit zijn broederschappen uit Weert, Susteren, Maastricht, Delft, Bergen op Zoom, Mechelen te België, Antwerpen. Daarnaast wordt ook de aloude Broederschap van het Hoogheilig Sacrament van de Sint Jan uitgenodigd om hieraan te kunnen deelnemen.

Parochianen, pelgrims en belangstellenden worden van te voren zoveel mogelijk attent gemaakt op de mogelijkheid om deel te nemen aan de bidtocht van de Zoete Lieve Vrouw, om ieder op zijn eigen devotionele en/of betrokken wijze hieraan deel te nemen. Traditioneel wordt de bidtocht afgesloten door het Gilde van Onze Lieve Vrouw uit Aarle-Rixtel.

Geschiedenis

De Mariaomgang in ’s Hertogenbosch kent een rijke historie. De legende uit de Middeleeuwen vertelt dat Maria, gedurende de dagen van de pest, de stad in de 14e eeuw reeds in een stormachtige nacht doorkruiste. Hierbij wordt zelfs het jaar 1368 genoemd, zijnde een jaar dat 12 jaar ligt voor de start van de grootschalige wonderen rondom het miraculeuze beeld vanaf 1380. Dit hoeft overigens ook niet geheel onmogelijk te zijn, gelet op het feit dat het miraculeuze beeld ouder is dan 1380 (zie ook het mariagedicht) èn er rond die tijd sprake was van een beeld van de “oude” Maria van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. De legende loopt hier qua jaartallen niet synchroon. In ieder geval was de volgende morgen iedereen genezen in de straten, die Maria had doorwandeld. En volgens de legende stond het beeld van de Zoete Moeder als altijd op haar plaats, maar de voeten en de zoom van het kleed waren met slijk en straatvuil bedekt en getuigden van haar nachtelijke tocht.

Uit dankbaarheid zou men besloten hebben om jaarlijks een Plechtige Omgang te houden door de straten die Zij, zegenend en genezend, was doorgelopen. In de middeleeuwen groeide de processie uit tot een groot volksfeest, waar alle ambachtsgilden aan deelnamen.  De processie werd vanwege haar belangrijkheid ook een gebeurtenis waar Bosch’poorters (ingezetenen) rekening mee moesten houden.

Gebruiken voorafgaand aan de “ommegang”

“[bron: Bosch allerlei – Ed Hupkens) Reeds dagen van tevoren werden van stadswege (stadsbestuur) boden uitgezonden naar de abten van de belangrijkste kloosters van Berne, Floreffe, Averbode, Tongerlo, Park, Sint Geertrui van Leuven, Sint Michael van Antwerpen met brieven van de stadsoverheid, “hen verzoekende, ouder gewoonte, over te komen en alhier te wezen op den zondag ende beganckenisse van Onser Lieve Vrouwen dragt.” De nacht vóór de processie werden vuurpannen op de pui van het Raadhuis gezet en werden de klokken van de Sint-Jan geluid. Bewoners uit de omliggende dorpen kwamen zingend en biddend de stad binnen, met hun vlaggen en patroonheiligen. De stoet vertrok van af de Sint-Jan, met de schutterij voorop om ruim baan te maken. Dan kwamen de gilden, in lange mantels, met brandende kaarsen en met hun banier en patroonheilige. Nu volgden de leden van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap met al hun attributen. Het beeld van de Zoete Moeder, getooid in een hermelijnen mantel, werd gedragen onder een troonhemel van goudlaken, en werd gevolgd door de stadsregering, de geestelijkheid en de kloosterlingen. Dan kwamen kleurige voorstellingen die personen en gebeurtenissen uit de bijbelse traditie voorstelden. Op de markt aangekomen, hield men halt bij een stellage, dat met pauwenveren en bloemen versierd was. Hierop werd het Mariabeeld geplaatst. Er werd vervolgens hulde gebracht aan de beschermvrouw en patrones van de stad.”

De bidtocht trekt jaarlijks nog steeds veel belangstellenden naar de stad. Losstaande van alle legendes en vertellingen is de bidtocht sinds de 14e eeuw bij de Bosschenaren bekend als de tocht van de “Mariaommegang”.

Route

De bidtocht start in de Sint Jan en loopt linksaf via de Parade naar de Peperstraat. Aan het eind van de Peperstraat slaat men rechtsaf de Verwersstraat in. Na ongeveer 30 meter gaat de stoet linksaf de Beurdsestraat in. Na de parkeerplaats gaat men meteen rechtsaf de Weversplaats op en al doorlopend komt men via de Oude Hulst in de Prins Bernhardstraat terecht. Nu loopt men schuin links de St. Jorisstraat in. Aan het eind van de St. Jorisstraat slaat men linksaf de Vughterstraat in en meteen weer rechtsaf de Postelstraat in. Deze loopt vanzelf over in de Kruisstraat, vervolgens slaat men linksaf de Korenbrugstraat in en na de brug, bij Zoete Lieve Gerritje, rechtsaf de Lepelstraat in. Eenmaal de Lepelstraat uit gaat de stoet rechtsaf de Visstraat in, aan het einde rechtsaf de Hoge Steenweg in richting de Markt. Zo lopen de gelovigen de Hinthamerstraat in. Bij de eerste kruising gaat men rechtsaf de Torenstraat in en eindigt de tocht bij de St. Jan.