3. 1629-1853: katholicisme in Den Bosch

Katholicisme streng beperkt; functie van de kerken

De val van de stad in september 1629 leidde tot de onteigening van alle rooms-katholieke kerken in de stad. Alle kerken gingen ofwel naar protestantse gemeenten ofwel kregen een andere bestemming. Zo ook de Sint Janskerk die overging naar de van staatheidswege  toegestaande gereformeerde kerkelijke gemeente. Het beeld van de Zoete Lieve Vrouw kwam uiteindelijk in Brussel terecht. Haar kapel in de Sint Jan bleef aanvankelijk leeg staan. Totdat deze in 1636 tot vergaderzaal van hoogleraren werd ingericht. Verder in de tijd (1730) kreeg de kapel de functie leszaal van de zogenaamde “illustre” school.

De meerderheid van de katholieke Bosschenaren kerkte vanaf september 1629 in een 20-tal katholieke schuilkerken. Deze kerken heetten ook wel sluipkerk of kerkhuis. Deze sluipkerken richtte men in in woonhuizen op geheime plekken. Deze huizen zijn destijds aangekocht door de oude parochies en zijn door hen geldelijk en met priesters ondersteund. Bisschop Ophovius en de Norbertijner Abdijen in de Zuidelijke Nederlanden stuurden dit aan (bron: Jan Hezemans, stadsarchivaris 1877-1909). Het gebruik om door geld aan de schout te betalen katholiek te kerken ontstond in die tijd. Dit noemde men “een oogje toeknijpen” dan wel de zogenaamde  “oogluiking” .

Officieel niet geaccepteerd, wel getolereerd, zijn zo geheime kerken “bediend” .  Priesters waren heimelijk in de stad aanwezig vanuit kloosterorden zoals minderbroeders en jezuïeten. Het ontdekken van een schuilkerk had echter zware consequenties voor de eigenaar, de priester en de parochianen.

In die tijd ontstond ook het gebruik om af en toe “buitenshuis”  te kerken.  In de vrijheden waar het katholicisme was toegestaan zoals Bokhoven, Megen, Ravenstein bijvoorbeeld; deze vrijheden vielen niet onder het regime van de Republiek.

Er ontstonden tussen 1629 en 1810 in de stad gaandeweg ook andere schuilkerken van andere christelijke origines die niet van staatswege waren toegestaan. Zoals bijvoorbeeld de Lutheranen.  Pas met de komst van de Fransen op het einde van de 19e eeuw is de godsdienstvrijheid weer meer en meer toegestaan.

katholieke schuilkerken met toegang
Steegje ‘Achter den Engelschen Pispot – Een van de toegangen tot de voormalige rooms-katholieke schuilkerk  ”St. Anna”
Steegje ‘Achter den Engelschen Pispot – Een van de toegangen tot de voormalige rooms-katholieke schuilkerk  ”St. Anna”

Zoete Moeder in Brussel

Het beeld van de Zoete Moeder was in deze tijd in Brussel waar Zij werd vereerd. Gedurende die tijd kwamen ook katholieke Bosschenaren van goede komaf het beeld vereren met het verzoek om een voorspraak.

Ten tijde van de teruggave van de Sint Jan door Napoleon in 1810 was de stad nog steeds grotendeels katholiek. Dit betrof 80 procent van de Bossche bevolking. 20 procent was in  die tijd protestant in vergelijking met de situatie van voor 1629.